Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC24-010 07 maart 2024

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

  

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klantnummer : KC24-010
Datum ontvangst klacht : 22 februari 2024
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 01 maart 2024
Datum beschikking : 07 maart 2024

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

 

[XX] (verweerder/psychiater)

 

[XX] (jurist, voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (lid)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

Verplichte depotmedicatie

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klacht te doen.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 22 februari 2024 een klachtenformulier van klager ontvangen inzake verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.

De klachtencommissie heeft op 27 februari 2024 het verweer ontvangen en dezelfde dag doorgestuurd naar partijen.

 

De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 01 maart 2024. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting deelt de voorzitter mede dat de commissie uiterlijk 07 maart 2024 uitspraak zal doen.        

 

De klachtencommissie heeft met toestemming van klager inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Aanvraag voorbereiding zorgmachtiging, d.d. 23-11-2023;

-           Mededeling voorbereiding zorgmachtiging, d.d. 29-11-2023;

-           Zorgplan/behandelplan, d.d. 04-12-2023;

-           Medische verklaring zorgmachtiging, d.d. 18-12-2023;

-           Bevindingen GD, d.d. 29-12-2023;

-           Beschikking zorgmachtiging, d.d. 18-01-2024;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg, d.d. 22-01-2024;

-           Informatiebrief verplichte zorg, d.d. 31-01-2024;

-           Evaluatie verplichte zorg, d.d. 26-02-2024;

-           Medicatie overzicht;

-           Decursus periode 12-04-2023 t/m 22-02-2024.

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man o.a. bekend met religieus getinte psychotische ontregelingen en angsten bij voornamelijk persoonlijkheidsproblematiek (antisociale, narcistische en schizotypische persoonlijkheidstrekken) en cannabismisbruik.

 

De verplichte zorg vond plaats onder een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 18-01-2024 en een expiratiedatum van 18-07-2024. Medicatie vormt onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

 

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de vergadering. Klager is niet verschenen bij de hoorzitting. PVP heeft voorafgaand wel contact met hem gehad en klager heeft aangegeven wel aanwezig te zullen zijn. Nu klager er niet is neemt ook de PVP niet deel aan de hoorzitting.

 

Standpunt van klager (vanuit het klachtenformulier)

Klager wil geen depotmedicatie. Hij heeft last van bijwerkingen als sufheid en het depot vermindert zijn kwaliteit van leven.

 

Standpunt van verweerder

Verweerder licht toe dat hij ongeveer ¾ jaar regiebehandelaar is van klager. Klager is al lang bekend in de GGZ met een persoonlijkheidsstoornis en daarnaast frequente en ernstige psychotische ontregelingen mogelijk geluxeerd door cannabisgebruik. Er is sprake van een cyclus waarbij klager in een ontregelde episode heftige religieuze belevingen heeft met groot lijden. Klager schreeuwt dan letterlijk om hulp, maakt tot bloedens toe krassen op de muur en slaat kruizen kapot bijvoorbeeld. Hij vraagt dan zelf nadrukkelijk om medicatie. Meestal krijgt hij dan paliperidon toegediend zo nodig met olanzapine 5-10 mg en oxazepam als rustgevend middel, aldus verweerder. Na verloop van een aantal weken verbleekt het psychotisch beeld en verdwijnen de religieuze psychotische overschrijdingen. Klager is dan weer haarscherp. Volgt allerlei ontwikkelingen in de wereld en heeft daar een mening over. Na een relatief korte periode geeft klager aan dat het goed met hem gaat en weigert depots. Behandelaren gaan daar in mee en dan is het wachten tot het weer slechter gaat, aldus verweerder. Recent is klager enkele malen fors agressief geweest. Verweerder is aangevallen door klager, evenals de beoordelaar van de medische verklaring en schoonmakers in het pand. Behandelaren zien klager momenteel zoveel mogelijk met politie begeleiding. In het verleden is klager regelmatig opgenomen geweest. Dit werkt echter contraproductief. Klager gaat dan steeds meer in regressie. De religieuze beelden worden erger en klager wil niet meer naar huis. Een eerdere opname op de [afdeling] verslechterde het toestandsbeeld en had ook een slecht effect op de hele afdeling, verklaart verweerder. Omdat het contraproductief werkt is opname niet aangevraagd onder de zorgmachtiging. Klager krijgt ambulant de depots. Behandelaren willen zo onderzoeken of ze de cyclus voor langere tijd kunnen doorbreken. Ontregelingen blijven zich anders steeds met korte tussenpozen opvolgen, aldus verweerder.

Over 2 weken moet hij het vervolgdepot krijgen. Na verloop van tijd is pas te zien wat het effect is. De woning van klager is uitgewoond aldus verweerder. Recent vertelde klager dat hij offertes had opgevraagd om zijn woning op te knappen en dat hij een stofzuiger had gekocht. Verweerder ziet daarom dat het al wat beter gaat met klager.  

Verweerder ziet groot lijden bij klager. Als het slecht met hem gaat dan stort hij zich op de grond en schreeuwt om hulp. Verplichte zorg is proportioneel aldus verweerder. Op vrijwillige basis lukt het niet. Ook ziet verweerder de medicatie als doelmatig en subsidiair. Er is al verbetering zichtbaar na een eerste toediening van een depot. Ook de begeleider van het RIBW die klager enkele malen per week ziet, geeft aan dat het momenteel iets beter gaat. Lastig is dat je het niet kunt vergelijken omdat klager een volgend depot dan weer weigert.  

 

Op een vraag van de commissie antwoordt verweerder dat hij klager een beschermde woonvorm gunt. Er loopt een aanvraag voor mentorschap. Als een beschermde woonvorm niet mogelijk is zou een langdurige opnameplek in Wolfheze een alternatief kunnen zijn. De eerste gesprekken over een nieuwe woonplek zijn gaande, aldus verweerder.

 

Klager heeft last van dufheid door de medicatie. Verweerder benoemt dat dufheid geen veel genoemde bijwerking is van paliperidon. Dit zou eerder veroorzaakt kunnen worden door de oxazepam.

Verweerder vindt het lastig om een gedwongen depot te geven en heeft dit vooraf afgestemd met de GD. De problematiek speelt al erg lang maar het lijkt alsof de ontregeling bij klager steeds erger wordt. Iedereen die bij de crisisdienst werkt kent klager, vervolgt verweerder. Hij wordt ook regelmatig bij het Top X overleg besproken. Klager is een van de meest ingewikkelde patiënten in de stad, aldus verweerder.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de verplichte medicatie zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en is ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man. Klager klaagt over de verplichte behandeling met antipsychotica in de vorm van een depot. Klager klaagt over bijwerkingen, hij wordt er duf van en zijn kwaliteit van leven neemt af. Klager wordt ambulant behandeld. Hij heeft een voorkeur voor inname van oxazepam en zoekt het verder in gebeden en rust. Hij krijgt priesterlijke begeleiding.

 

Verweerder geeft aan dat klager religieus getinte psychotische ontregelingen heeft en angsten bij voornamelijk persoonlijkheidsproblematiek (antisociale, narcistische en schizotypische persoonlijkheidstrekken) en cannabismisbruik. Het afgelopen jaar is er meermaals een periode geweest van psychotische ontregeling waarbij er psychische schade is voor klager, hij duidelijk lijdt onder de ontregeling en ook veel dingen sloopt in huis. Tevens kan hij in deze periodes zowel verbaal als fysiek agressief zijn naar hulpverleners. Zo heeft hij recent tot tweemaal toe een hulpverlener fysiek aangevallen, hiervoor loopt een aangifteprocedure. Vanwege dit gedrag wordt klager ook besproken in het veiligheidshuis. In periode van ontregeling neemt hij vrijwillig depot (paliperidon 2x opstartdosis) en slikt hiernaast zo nodig nog olanzapine 5 a 10mg. Na een aantal weken neemt de psychotische ontregeling af en is klager weer in betere toestand. Echter, zodra hij dan weer een vervolg-depot moet krijgen weigert hij dit, aangezien hij dan geen klachten meer heeft. Het gevolg is dat hij dan een aantal weken later weer ontregelt en de cyclus weer van voren af aan begint.

 

 

Beoordeling van de commissie:

Uit de overgelegde stukken is volgens de commissie gebleken dat klager lijdt aan een psychische stoornis. De commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose. Er is sprake van risico op maatschappelijke teloorgang en het veroorzaken van agressie en overlast in de woonsituatie. Daarmee staat voor de commissie vast dat het gedrag van klager als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Ter afwending van dit ernstig nadeel heeft klager zorg nodig.

 

Klager heeft last van recidiverende psychotische ontregelingen voorkomend uit persoonlijkheidsproblematiek waarin hij veel psychische en materiële schade oploopt voor zichzelf en anderen. Echter na verloop van een aantal weken komt hij hier weer uit door orale en depotmedicatie. Dit maakt toediening van medicatie doelmatig en effectief. Wanneer hij weer in goede doen is weigert hij het vervolgdepot op vrijwillige basis weer en vervalt opnieuw in psychotische ontregeling. Dit is nu meermaals op vrijwillige basis gepoogd en mislukt, hetgeen verplichte zorg ook subsidiair maakt. Gezien de ernst van de ontregelingen, die met veel schade gepaard gaat, is de verplichte zorg ook proportioneel. De verplichte zorg is klager toegezegd met een 8.9 formulier op 05-02-2024. Klager is onaangekondigd niet verschenen tijdens de hoorzitting.

 

De commissie is van oordeel dat de behandelaren in redelijkheid hebben kunnen beslissen dat het ernstig nadeel niet zonder een behandeling met medicatie kan worden afgewend en dat deze vorm van verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief zijn.

Het valt niet te verwachten dat een andere, minder ingrijpende, behandeling het ernstige nadeel kan wegnemen. 

Concluderend is de commissie van oordeel dat met het toedienen van depot medicatie voldaan is aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

 

Dit maakt dat de klacht jegens de verplichte medicatie (depot) ongegrond verklaard wordt.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de verplichte medicatie ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld. Let op: aan deze procedure bij de rechtbank zijn kosten verbonden.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 07 maart 2024

Aantal bladzijden: 5